monument voor iedereen
Op de militaire begraafplaats in het Limburgse Ysselsteyn hoor je alleen de vogeltjes tsjilpen en de wind ruisen. Dan wordt de stilte doorbroken door het geluid van twee maaimachines die tussen de eindeloze rijen grafstenen heen en weer rijden. Dit is de laatste rustplaats van meer dan dertigduizend Duitse soldaten die zijn gesneuveld tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Ik kom wel vaker op oorlogsbegraafplaatsen, zoals bijvoorbeeld die in Oosterbeek. Daar liggen de Engelse soldaten die omkwamen tijdens de slag om Arnhem. Als ik daar rondloop voel ik altijd ontzag. Voor al die jongens en mannen die gestorven zijn voor onze vrijheid. Een cliché misschien, maar daarom niet minder waar. Het geeft me ook een verdrietig gevoel over alles wat verloren is gegaan, wat had kunnen zijn. Maar deze jonge soldaten zijn in ieder geval niet voor niets gestorven. De begraafplaats is hun herdenkingsmonument.
Hier in Ysselsteyn ligt dat wat ingewikkelder. Ik zie de naam van Willi Griebenow, die 27 jaar oud was toen hij op 13 mei 1940 omkwam op de Grebbeberg. Hij was de agressor, de overvaller. Rationeel weet ik dat hij niks in Nederland te zoeken had. Wat hij vond van de invasie weet ik niet. Stond hij er helemaal achter? Of had hij z’n twijfels? Deed hij ook maar wat moest? Hij vertegenwoordigt de vijand, maar 77 jaar na dato kan ik hem moeilijk anders zien dan als een slachtoffer, jong gesneuveld. En nu ligt hij hier, in een zee van duizenden kruisen die duidelijk maakt hoe verschrikkelijk oorlog is. Deze begraafplaats is een waarschuwingsmonument.
Los van alle emoties ben ik ook als fotograaf geïnteresseerd in deze plek. De prachtige documentaire ‘Het zijn maar Duitsers’ van Bart Hölscher heeft me attent gemaakt op de begraafplaats in Ysselsteyn. En nu ik hier sta, op dat indrukwekkende veld tussen al die kruisen, vraag ik me af: hoe laat ik zien dat het er zoveel zijn? Hoe vertaal ik het gevoel bij dit onderwerp in een beeld dat beklijft? Ik kies voor een flinke telelens, om de lange rijen kruisen wat ‘in elkaar te duwen’. Zo lijken ze dichter bij elkaar te staan en ervaar je als kijker de massaliteit. Maar toch ben ik er nog niet. De zwart-witfoto’s geven geen goed overzicht, want je kunt nog steeds niet zien hoe enorm veel graven hier zijn. Daarom maak ik ook nog een panorama dat is samengesteld uit meerdere beelden. Met speciale software plak ik ze aan elkaar – dat heet stitching. Deze techniek gebruik ik ook in mijn serie eenzame huisjes. Stitching geeft me de mogelijkheid de scherptediepte klein te houden, waardoor de nadruk op de eerste rij kruisen komt te liggen. Een eerste rij van duizenden rijen. En samen zijn ze een monument om bij stil te staan en om slachtoffers te herdenken. Alle slachtoffers.
Geef een reactie